Aan problemen in de detailhandel lijken we geen gebrek te hebben en sinds afgelopen week ook niet meer aan oplossingen. Want Brussel gaat zich bemoeien met de detailhandel.
En als Brussel zich met iets bemoeit, is de redding nabij... Vorige week heeft het Europees Parlement ingestemd met het noodplan detailhandel.
Ver-Blokkerisering
Eerst terug naar het probleem volgens Brussel. Als gevolg van de opmars van de grote winkelketens worden de straten overal hetzelfde. Dit vinden consumenten verschrikkelijk en daarom gaan ze minder winkelen. Daardoor krijgen kleine winkeliers het moeilijker en nemen de grote jongens hun plekken weer in, waardoor er opwaartse huurdruk ontstaat. Dit alles leidt tot een spiraalwerking waarbij mooi klein verdwijnt en groot verschrikkelijk zegeviert. Dit is natuurlijk een slechte ontwikkeling omdat “niemand zit te wachten op de ‘ver-Blokkerisering’ van de wereld” aldus de parlementariërs.
Grote retailers zijn de boosdoeners
Gesteund door cijfers zetten de leden in het Europees Parlement hun ideeën kracht bij. De afgelopen jaren hebben we te maken met een dalende ‘footfall’. Dit is ontegenzeggelijk waar de meeste steden in Europa te maken hebben met minder bezoekers in de winkelsteden. Dit is natuurlijk het gevolg van minder aantrekkelijke winkelgebieden. Vervolgens kijken we naar wat er gebeurd is in de winkelgebieden, die zijn meer op elkaar gaan lijken. Dan is 1 plus 1 al snel 2. Oorzaak van de dalende ‘footfall’ zijn de grote winkelketens. Tweede factor die dan speelt: kleine ondernemers redden het niet door de concurrentie van de grote ketens, de kleine winkeliers verdwijnen en er ontstaat leegstand. Lege winkels en zwarte gaten in een winkelstraat helpen niet voor het aantrekkelijk zijn van een winkelgebied. Daar kan niemand het mee oneens zijn ook ik niet. Dit komt dus wederom door die grote ketens, tja dan moet er wel iets gebeuren. De ketens zijn de boosdoeners.
Er zijn teveel winkels
Ons probleem bestaat niet uit het feit dat alle winkelstraten er overal hetzelfde uitzien. Afgelopen week is een collega van me vijf dagen naar New York geweest. Ik vraag haar of ze nog leuke winkels heeft gezien, ja hoor die heeft ze. Zara, H&M, Nike, Apple, Puma en natuurlijk Abercrombie & Fitch. Mooi, had ze ook een retourtje Amsterdam kunnen kopen voor vijftien euro, had ze nog voor 1385 euro kunnen besteden bij die winkels. Consumenten zijn op zoek naar herkenning, ze kopen merken en ze kopen bij merken die ze kennen. Relevantie telt en als je er niet meer toe doet, dan loopt de klant van je vandaan. Mijn vader zei altijd: “Jongen onze klanten stemmen met hun voeten.” Wij hebben gewoon teveel winkels, dat is de kern van het probleem. Niet meteen de economie en het internet de schuld geven, maar gewoon eerst de hand in eigen boezem steken en er is vooral teveel gebouwd! De economische situatie helpt daarbij niet mee, maar brengt iets pijnlijk aan het licht. De huidige voorraad is gepland in een periode dat het idioot goed ging en die tijd komt niet meer terug. Ontkennen helpt niet, gewoon aan wennen. We hebben teveel meters gecreëerd voor een groei die niet meer komt. Online zorgt voor de versnelling. Terwijl we nog droomden van de bergen tot in de hemel keken we wel naar het internet, maar zagen het niet. Waanzinnig fenomeen, je kijkt wel, maar je ziet het niet, tenminste velen zagen het niet. Nu is het er, het groeit, pakt marktaandeel en gaat niet meer weg. Kortom, we hebben teveel, veel te veel winkels.
Rare fratsen
Een probleem bestrijden met subsidie lijkt me niet een al te best plan. Nog even los van het feit of we wel het juiste probleem bestrijden. Autorijden ontmoedigen we met accijnsverhogingen, niet met het subsidie geven aan tankstations, hoe graag diegene in de grensstreek dit ook zouden willen. Natuurlijk ben ik professioneel voor een divers winkelaanbod, maar wel op basis van wat de markt opneemt. Nu moeten we winkels redden met subsidies en kleine ondernemers gaan steunen die het anders niet redden. Maar wie ga je steunen? Hoe klein moet je zijn? Hoe slecht of goed moet je zijn? Komen alleen fysieke winkeliers hiervoor in aanmerking? Als jij je hoofd net wel boven water houdt, kom je dan ook in aanmerking? Wat ook kan is dat de boosdoeners worden aangepakt door accijns te heffen bij de grote retailers en wellicht ook bij online spelers. Ze zorgen er immers samen voor dat we niet meer bij de kleine ondernemer kopen. Daarmee worden de producten bij de grote jongens en de online spelers duurder en zo wordt het weer aantrekkelijk om bij de kleintjes te kopen. We gaan de grenzen dan ook maar meteen weer sluiten. In het zuiden, waar ik opgroeide, zullen de ondernemers een gat in de lucht springen. Niks meer in Duitsland of België kopen, maar lekker in Nederland. Wat wordt in deze constructie overigens de positie van de franchisenemer? Is die onderdeel van groot en lijdt hij pijn? Of krijgt hij subsidie, hij is immers klein! Dit zijn geen oplossingen voor een probleem, maar rare fratsen.
De klant de baas
Volgens mij is het beste leidmotief de klant. Door veranderingen in de samenstelling van de bevolking, veranderingen in werk- en samenleef patronen, de economische situatie en de opkomst van online winkelen hebben klanten hun gedrag aangepast aan de nieuwe realiteit. Niet alle retailers hebben zich aangepast aan de nieuwe situatie en dit leidt tot een disruptieve situatie. We hebben veel winkels gebouwd , eigenlijk teveel, op basis van oude aannames. Retailers halen te weinig omzet en met onder druk komende marges dreigen ze te verdwijnen. Iedereen is natuurlijk fan van die mooie boekwinkel en wil dat deze behouden blijft. Maar als we daar niet kopen, maar bij bol.com, dan verdwijnt die boekwinkel. Tenzij bol.com moet betalen voor het in stand houden van die fysieke winkel. De klant wikt, weegt, beslist en krijgt daarmee het winkelaanbod dat hij verdient.